De arts die tegenover mij zit, laat me de schade van mijn wervelkolom op het scherm zien.
Hij kijkt me aan . “U heeft een stenose en opereren is geen optie”.
Opgelucht veer ik op : “Geen kanker gelukkig”.
“Nee, maar uw wervelkanaal is dermate vernauwd, dat het een ernstige aangelegenheid is”.
“Wat ik voor u kan doen is een orthopedisch corset en pijnbestrijding”.
“O, nou, dat doe ik dan maar”.
“Indien er zich andere complicaties voordoen, aarzelt u niet en neem contact met mij op”.
“U bedoelt?”
“Een eventuele uitval”.
De gemene pijn, die ik al meer dan een jaar heb en me af en toe volledig uitput kan dus nog wat anders veroorzaken.
Ik bedank hem vriendelijk voor de uitleg, nog steeds
blij, dat het geen kanker is.
Er wordt een corset aangemeten. Ik vraag de maker of hij de stof in een andere kleur, dan dat afschuwelijk roze, heeft. Zwart bijvoorbeeld?
“Nee, daar wordt nooit naar gevraagd”.
Roze wordt het dus en het ding is een martelwerktuig. Ik zit er in als een opgezette paspop.
Niet erg, als het maar helpt.
Helaas, het verlicht de pijn niet.
De volgende stap is naar de ” pijnpoli”.
Na de eerste behandeling sta ik verwonderd rechtop. “Dit is slechts de plaatselijke verdoving”, wordt mij verteld. Dat klopt, de pijn is weliswaar minder maar komt langzaam en in alle hevigheid terug.
Weer op de wachtlijst
“We proberen wat anders”. Dat wordt iets met stroomstoten en de Paasdagen zijn tien dagen pijnvrij. Voor mij een hele verlichting, maar volgens de anasthesist een slecht resutaat.
Weer een lange wachtlijst en in de tussentijd ga ik naar Israël met een kruk.
En nu, bijna zes weken na : “Dit wordt de laatste, als het niet aanslaat kan ik niets meer voor je doen”, kan ik nog steeds aardig goed lopen en me bewegen.
En als het nog even zo blijft , dan ga ik weer de Argentijnse tango dansen.
(Eigen kunst, foto van “Corset als bloemenvaas.”