De volgende woorden zijn door iemand geschreven die mijn Vrijdagbrieven leest.
“Uit haar werk spreekt wanhoop en onmacht, het verwarde me. Ik herkende er zoveel uit van mijn eigen bestaan”.
Ik heb er over nagedacht, deze uitspraak. Is er sprake van wanhoop? Ik kan zeggen, dat de wanhoop, die er ooit is geweest , wel heel duidelijk is omgeslagen naar hoop. Ik hoop iedere dag van mijn leven om je in de ogen te kunnen kijken en je samen met je broers te zien.
En de onmacht, hoe zit het daarmee? Door te schrijven is dat ook een andere kant uitgegaan, ik stel bij iedere brief die ik schrijf aan jou een daad en dat is goed, het voelt verdomde goed zelfs.
Als mijn brieven bij anderen iets wakker maken, dan kan ik daar met verwondering naar kijken , maar het is jouw stem die ik wil horen en ik zal er naar luisteren.
Mama
Portret van jou (oliepastel op papier)